Extra vitamines innemen?
30 mei 2022Borstweigeren tijdens de kraamtijd
30 mei 2022Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen. Pijn bij het voeden is altijd een reden om het borstvoeden te evalueren en te verbeteren, omdat pijn niet alleen leidt tot een negatieve ervaring voor de moeder, maar vaak ook tot onvoldoende melkinname door de baby.
Een veranderde vorm van de tepel direct na een voeding is een aanwijzing dat er in het mondje teveel of onjuist druk wordt uitgeoefend. Na het drinken aan de borst hoort de tepel onvervormd, enkel wat uitgerekt, uit het mondje te komen. Komt de tepel vervormd, platgedrukt of verkleurd uit het mondje, dan is er iets niet goed gegaan en zal de moeder zeer waarschijnlijk pijn hebben ervaren.
Goed aan de borst
Het is niet ongewoon dat de tepels van een moeder gevoelig zijn in de eerste dagen dat zij borstvoeding geeft. Die gevoeligheid verdwijnt als de baby beter leert drinken en de moeder het voeden steeds beter onder de knie krijgt. Het weefsel van tepel en tepelhof moet de eerste dagen ook wennen aan de nieuwe taak. Vaak melden moeders dat enkel de eerste minuten van een voeding gevoelig zijn. Als de tepels pijn doen of pijn blijven doen, moet als eerste gekeken worden hoe de baby aan de borst drinkt. De tepel hoort diep in het mondje stil te liggen met de tong onder de tepel. Een verkeerd gebruik van de tong vervormt de tepel en geeft pijnklachten. In veel gevallen kan beschadiging van de tepels voorkomen worden door een optimale houding van de baby aan de borst.
Uitleg over de verschillende reflexen die de baby gebruikt om aan de borst te gaan, kan moeders helpen om samen met hun kind een ontspannen houding te vinden en met succes te voeden. Zie hiervoor o.a. onze brochure ‘Goed aan de borst’. De moeder zal direct minder pijn ervaren als haar kind goed aan de borst gaat, vaak tot haar eigen verbazing. Een enkele keer kan een afwijkende anatomie van het babymondje beschadiging van de tepels geven. Denk daarbij aan een te korte tongriem, te korte lipriem, afwijkende vorm van het verhemelte of een mondje dat erg klein is in verhouding tot de tepel.
Tepelkloven
Tepelkloven is een verzamelnaam voor beschadigingen van de tepel, die erg pijnlijk kunnen zijn. Soms is het direct zichtbaar: een wondje of scheurtje aan de tepel, vaak met korstvorming. In andere gevallen is pas duidelijk dat er sprake is van tepelkloven als er bij het voeden of afkolven bloed in de melk terecht komt.
Tepelhoedje
Bij nog onbegrepen pijnklachten of andere problemen bij borstvoeding geven is het gebruik van een tepelhoedje niet altijd de oplossing. De meeste pijnklachten verminderen duidelijk als gewerkt wordt aan een meer optimale voedingshouding en drinktechniek. Een tepel die diep genoeg in het mondje terecht komt, met de tong onder de tepel, staat niet meer bloot aan wrijving.
Bij het gebruik van een tepelhoedje is het moeilijker voor een baby om zijn drinktechniek te verbeteren. Daarentegen kan een tepelhoedje zorgen voor directe verlichting van de pijnklachten, zodat het voeden voor de moeder dragelijker is en er rustig gezocht kan worden naar een betere oplossing. Het gebruik van een tepelhoedje gebeurt bij voorkeur onder begeleiding van een deskundige, zoals een lactatiekundige IBCLC.
Voeden op verzoek
Het beperken van het aantal en de duur van de voedingen voorkomt geen tepelkloven als de oorzaak niet wordt weggenomen. Voeden op verzoek verkleint de kans op pijnlijke tepels. Een erg hongerige baby zal gulzig en slordig aan de borst gaan, waardoor de tepel verkeerd in zijn mondje kan komen. Een hongerige baby heeft vaak niet het geduld opnieuw aan te happen, mocht dat nodig zijn. Een baby die vaak gevoed wordt, zal rustiger drinken en zich beter laten corrigeren. Bovendien zal hij de borst beter kunnen pakken omdat die door het vele drinken duidelijk minder vol en gespannen zal zijn. Een baby die goed aan de borst ligt en de tepel goed in het mondje heeft, kan zolang drinken als hij wil.
Veelvoorkomende oorzaken
Naast beschadiging van de tepel kan pijn in of aan de borsten ook veroorzaakt worden door infecties van de tepel en soms ook de diepere borstweefsels. Hoewel een infectie met candida vaak genoemd wordt als oorzaak van pijn in de borst, is hier geen goed bewijs voor. De intense pijn tot diep in de borst, die vaak wordt toegeschreven aan een infectie met candida, kan ook een andere oorzaak hebben. Zo kan vaatkramp in de tepel (fenomeen van Raynaud) leiden tot heftige pijnklachten direct na het voeden. Bacteriële infecties kunnen ook een beeld gelijkend op dat van een candida-infectie geven. Een verkeerde of verkrampte houding van de moeder kan leiden tot pijnklachten, vooral als de moeder erg zware borsten heeft. Na de eerste dagen kan de toeschietreflex door moeders als (zeer) pijnlijk worden ervaren. Meestal neemt deze pijn na de eerste weken steeds meer af. Ook een klein, soms bijna onzichtbaar blaartje op de tepel kan veel pijnklachten geven. Blaartjes ontstaan door wrijving van het tepelweefsel in het mondje van de baby of bij onjuist gebruik van een kolf.
Overgevoeligheidsreactie op huidverzorgingsproducten, tepelzalven, medicinale zalven en wasmiddelen kunnen tot onbegrepen pijnklachten en beschadiging van de tepel leiden.
Een erg ruime melkstroom
Sommige moeders hebben een erg ruime melkstroom, vaak gecombineerd met een sterke toeschietreflex. Als de baby daar moeite mee heeft kan hij op een verkeerde manier gaan drinken. Het kind kan zichzelf proberen te beschermen tegen de overvloedige melkstroom door de tepel niet ver in het mondje te nemen. Een enkel kind zal de tepel tussen de kaakjes klemmen in een poging de melkstroom af te remmen. Hierdoor kan de tepel beschadigd raken of kan verkramping van het tepelweefsel optreden. Vaak is het al voldoende om niet teveel tijd tussen de voedingen te laten, de borsten zijn dan minder vol. Soms zijn er maatregelen nodig om een eventuele overproductie aan te pakken. Zie hiervoor onze brochure ‘Te veel of te weinig melk’.
Uiteraard kan een baby die de tepel weg voelt glijden ook proberen de tepel vast te klemmen. Dit kan verholpen worden door het verbeteren van de voedingshouding. Achteroverleunend voeden kan een kind helpen om zonder veel moeite aan de borst te blijven.
Behandeling van beschadigde tepels
Om vochtige wondgenezing te bereiken en pijn te verminderen kan na iedere voeding gezuiverde lanoline worden aangebracht. Ook hydrogels kunnen gebruikt worden om beschadigde tepels sneller te laten herstellen. Voorwaarde is wel dat ook gewerkt wordt aan de oorzaak van de tepelbeschadiging. Bij het vermoeden van een infectie, moet een arts geraadpleegd worden. Pijnstillers kunnen in overleg met arts of apotheker gebruikt worden. Door de pijn te verminderen kan de moeder zich beter richten op een ontspannen voedingshouding. Pijn kan ook de toeschietreflex afremmen, waardoor het kind in zijn pogingen de melk toch toe te laten schieten, meer schade kan veroorzaken.
Met begeleiding en wat geduld zijn tepelproblemen bijna altijd op te lossen. Veel moeders die gestopt zijn vanwege pijn, kijken met gevoelens van spijt terug op een negatieve borstvoedingservaring. Moeders die stopten nadat het probleem was opgelost, hebben veel meer een gevoel van zelfvertrouwen over hun borstvoedingsperiode.