Vlakke of ingetrokken tepels

Vlakke of ingetrokken tepels hoeven geen belemmering te zijn voor de borstvoeding: de baby drinkt aan de borst en niet aan de tepel.

Voedingshouding

Andere voedingshoudingen kunnen je baby helpen om de borst goed te kunnen aanhappen en beter vast te houden. De achteroverleunende houding kan daar bij helpen. De instincten van de baby worden dan optimaal gebruikt. Hier lees je meer over deze houding.

Tips

Als je baby toch moeite heeft aan de borst te gaan vanwege het ontbreken van een duidelijke tepel als richtpunt, kunnen de volgende tips helpen:

• Je kunt je borst met de hand voorvormen zodat de breedte van het mondje van je baby overeenkomt met de breedte van je voorgevormde borst.
• Je tepel kan iets naar voren komen door je borst met de hand naar de borstkas te duwen, waarbij je je duim en wijsvinger aan weerszijden van de tepelhof houdt.
• Je tepel kan naar buiten blijven staan door hem tussen duim en wijsvinger heen en weer te rollen en er daarna heel even een koude doek of kompres tegen te houden.
• Even (met de hand) afkolven voor de voeding kan je tepel naar buiten brengen. Sommige moeders hebben goede ervaringen met hulpmiddelen die bedoeld zijn om ingetrokken of vlakke tepels naar buiten te zuigen en die op die manier hetzelfde effect creëren als kort afkolven.

De borst voorvormen

• Je neemt je borst in de hand met je vingers onder de borst en je duim er bovenop. Zowel je vingers als je duim moeten zo zijn geplaatst dat ze je baby niet hinderen bij het aanhappen.
• Je drukt dan voorzichtig je vingers en duim samen. Dit maakt de tepelhof ovaal in plaats van rond. Dit betekent dat er nu een smaller gedeelte is voor je baby om aan te happen. Je ovale borst loopt parallel met de ovale vorm van het mondje van je baby. Eventueel kan je je borst naar je borstkas toe duwen. Hierdoor komt je tepel meer naar voren, wat het voor sommige baby’s gemakkelijker maakt goed aan te happen.
• Je raakt voorzichtig met je borst (niet met je tepel) het mondje van je baby aan of je beweegt je baby van en naar je borst, totdat hij zijn mondje wijd open doet.
• Op dat moment ‘rol’ je de onderkant van je tepelhof in het mondje van je baby (de  onderkaak van je baby komt op deze manier zover mogelijk van de tepelbasis op de tepelhof terecht.
• Als je borst landt op de tong en onderkaak van je baby, krult de onderlip vanzelf naar buiten en wordt de onderkaak nog verder naar beneden geduwd. Het mondje gaat hierdoor nog wijder open, waardoor je baby nog meer borstweefsel in zijn mondje kan nemen. Met deze techniek komt je tepel als laatste deel van de borst in het mondje van je baby.
• Nadat je baby met zijn bovenlip over de tepel heen hapt, haal je je baby nog dichter bij je. Als je tepel/borst achterin het mondje van je baby komt (waar het harde gehemelte overgaat in het zachte gehemelte), wordt de zuigreflex geprikkeld. Zodra je baby actief gaat zuigen en slikken, kan je de hand waarmee je je borst ondersteunt langzaam ontspannen en eventueel weghalen als je baby goed doordrinkt.

Tepelhoedje

Als de tips voor vlakke of ingetrokken tepels niet helpen, kan een tepelhoedje tijdelijk uitkomst bieden. Deze is echter meestal niet noodzakelijk. Begeleiding van een lactatiekundige IBCLC is hierbij gewenst.

Stuwing in de kraamweek

Soms worden de tepels vlak als gevolg van stuwing. Je kunt dan je borst/tepelhof zachter maken door reverse pressure softening (RPS). RPS is een speciale druktechniek met de vingers, waarmee overtollig lymfevocht terug geduwd wordt in de borst en de tepelhof zachter wordt. Dit gaat als volgt: druk met je gebogen vingertoppen (nagels kortgeknipt) van beide handen tegelijkertijd de tepelhof net rondom de tepel in. Houd de druk één tot drie minuten vast. Herhaal dit tot de tepelhof zacht is. Zie illustratie.

bron: Borstvoeding Handleiding voor de zorgverlener

mei 2015