Diabetes
30 mei 2022Pijnlijke tepels – Spruw
30 mei 2022Soms kun je ook teveel weten. Nooit was dit minder waar dan in het voortdurende debat over voor- en achtermelk en de invloed ervan op borstvoeding geven. De misverstanden over deze begrippen hebben al veel opwinding en zorgen veroorzaakt, en hebben zelfs geleid tot borstvoedingsproblemen en voortijdig stoppen met borstvoeding.
Voormelk en achtermelk
Het Breastfeeding Answer Book (2003) verklaart de begrippen als volgt: ‘De melk die de baby krijgt aan het begin van een voeding heet ‘voormelk’ en bevat relatief weinig vet. Naarmate de voeding duurt en de melkstroom afneemt, stijgt het vetgehalte van de melk. Aan het einde van de voeding komt er nog maar weinig melk, maar deze melk heeft wel een hoog vetgehalte. Dat nu, wordt ‘achtermelk’ genoemd.’ (Mohrbacher en Stock, p.34)
Vervolgens wordt uitgelegd dat wanneer de baby de eerste borst goed ‘leegt’ – en de moeder pas van borst wisselt als de baby uit zichzelf loslaat – zij ervan opaan kan dat haar baby de ‘goede balans’ van vocht en vet krijgt.
Welke zorgen?
Verwarring over voormelk en achtermelk heeft tot allerlei onzekerheden geleid. Maakt een moeder dan twee verschillende soorten melk? Moet de baby een bepaald aantal minuten drinken voordat de voormelk plotseling verandert in achtermelk? Krijgt een baby überhaupt achtermelk binnen als hij maar kort aan de borst drinkt? En als hij vaak kort drinkt, zal hij dan nog wel goed groeien? Sommige zorgverleners vertellen moeders dat ze erop moeten letten dat hun baby ‘lang genoeg drinkt om de achtermelk te krijgen’, waarbij iedere zorgverlener weer een andere tijdsduur adviseert.
Wat moeten we echt weten over voor- en achtermelk? En is het echt nodig dat een moeder zich er zorgen over maakt?
De waarheid over voormelk en achtermelk
Uit onderzoek blijkt dat de begrippen niet zo eenvoudig zijn als het lijkt. Het is waar dat vet aan de wanden van de melkkanaaltjes blijft ‘plakken’ als de melkstroom stopt. Door de kracht van de toeschietreflex aan het begin van de volgende voeding komt het vet weer los van de wanden van de melkkanaaltjes en terug in de melk. Het vetgehalte in de melk stijgt dus gedurende een voeding. Maar de waarheid van deze schijnbaar eenvoudige dynamiek is niet altijd wat het lijkt.
• Er zijn niet twee soorten melk. Hoewel het wel zo wordt voorgesteld, is er geen ‘magisch moment’ waarop voormelk verandert in achtermelk. Als de baby aan de borst drinkt, stijgt het vetgehalte geleidelijk en wordt de melk vetter en vetter naarmate de borst leger wordt.
• De totale hoeveelheid melk – en dus niet alleen de achtermelk – die een baby dagelijks drinkt bepaalt de gewichtstoename van de baby. Of een baby nu vaak kort drinkt of juist uren tussen de voedingen laat, dat maakt voor de totale dagelijkse vetinname niet uit.
• Voormelk heeft niet altijd een laag vetgehalte. De reden hiervoor is dat het vetgehalte van de voormelk enorm varieert, afhankelijk van het dagelijkse borstvoedingspatroon. Als de baby vrij snel na de laatste voeding weer wil drinken, kan de voormelk op dat moment een hoger vetgehalte hebben dan de achtermelk van sommige andere voedingen.
Hoe werkt het?
Het is interessant om te weten dat de begrippen voormelk en achtermelk eigenlijk alleen van toepassing zijn op degenen die voeden volgens de Westerse borstvoedingspraktijk; een praktijk die (beïnvloed door de kunstvoedingsnormen) tussenpozen van twee tot drie uur voorschrijft tussen de voedingen. Baby’s in traditionele culturen, zoals die van de jager-verzamelaars die 99,9% van de menselijke geschiedenis besloeg, drinken vaak tijdens de eerste twee jaar van hun leven de klok rond ieder uur enkele minuten (Stuart-Macadam, 1995).
Significante verschillen in vetgehalte tussen voormelk en achtermelk ontstaan alleen als er langere intervallen zitten tussen de voedingen. Hoe langer de interval tussen voedingen, hoe voller de borsten van de moeder worden en hoe groter het verschil in vetgehalte tussen haar voormelk en achtermelk. Deze verschillen in vetgehalte kunnen per individuele moeder gedurende de dag enorm variëren. Als er bijvoorbeeld ’s nachts langere tijd zit tussen de voedingen, zal bij de eerstvolgende voeding het vetgehalte van de voormelk lager zijn dan ’s avonds, wanneer haar baby vaker en korter op elkaar drinkt.
Waar het werkelijk om gaat
Onderzoek wijst uit dat er geen reden is tot zorgen over voormelk en achtermelk en dat het ook niet nodig is een baby aan te zetten langer te drinken. Zolang hij effectief drinkt en de moeder de voedingsduur niet bekort, krijgt een baby per dag ongeveer dezelfde hoeveelheid vet binnen, ongeacht het borstvoedingspatroon (Kent, 2007). Dit komt omdat een baby die vaker drinkt vettere voormelk binnenkrijgt dan een baby die minder vaak drinkt. Dus uiteindelijk komt het op hetzelfde neer.
Het allerbelangrijkste voor de gewichtstoename en groei van een baby is de totale hoeveelheid melk die hij per 24 uur consumeert. Gemiddeld drinkt een baby ongeveer 750 ml melk per dag (Kent et al., 2006). Zolang een baby over het geheel maar genoeg melk binnenkrijgt, maakt het voor de groei niet uit of hij ieder uur 30 ml drinkt of iedere drie uur 95 ml (Mohrbacher, 2010). Sterker nog, onderzoekers hebben ontdekt dat baby’s ongeveer dezelfde hoeveelheid melk en dus ook vet binnenkrijgen, of ze nou frequent drinken zoals in de traditionele culturen of meer tijd tussen de voedingen laten zoals in het Westen (Hartmann, 2007).
Kortom, laten we borstvoeding geven nou eens voorgoed eenvoudiger maken door ‘voormelk’ en ‘achtermelk’ van het problemenlijstje te schrappen.
Referenties
- Hartmann, P. E. (2007). Mammary gland: Past, present, and future. In T. W. Hale & P. E. Hartmann (Eds.), Hale & Hartmann’s Textbook of Human Lactation. Amarillo, TX: Hale Publishing.
- Kent, J. C. (2007). How breastfeeding works. Journal of Midwifery & Women’s Health, 52(6), 564-570.
Kent, J. C., Mitoulas, L. R., Cregan, M. D., Ramsay, D. T., Doherty, D. A., & Hartmann, P. E. (2006). Volume and frequency of breastfeedings and fat content of breast milk throughout the day. Pediatrics, 117(3), e387-395.
Mohrbacher, N. Breastfeeding Answers Made Simple: A Guide for Helping Mothers. Amarillo, TX: Hale Publishing, 2010. - Mohrbacher, N. and Stock, J. The Breastfeeding Answer Book, 3rd edition. Schaumburg, IL: La Leche League International, 2003.
- Stuart-Macadam, P. (1995). Breastfeeding in prehistory. In P. Stuart-Macadam & K. A. Dettwyler (Eds.), Breastfeeding: biocultural perspectives (pp. 75-99). New York, NY: Aldine de Gruyter.
- Dit artikel is vertaald met toestemming van de auteur door Georgette Oskamp, LLL-leidster. Het oorspronkelijke artikel is te vinden op http://www.nancymohrbacher.com/blog/2010/6/27/worries-about-foremilk-and-hindmilk.html