Diabetes
30 mei 2022Pijnlijke tepels – Spruw
30 mei 2022Ons lichaam heeft een afweermechanisme tegen ziekteverwekkers van buitenaf, ook wel weerstand genoemd. Jonge kinderen moeten nog weerstand opbouwen.
Jonge kinderen zijn vaker ziek dan volwassenen, omdat ze nog weerstand moeten opbouwen. Meestal betreft het kleine kwaaltjes: een snotneus, een hoestje, een beetje buikgriep en af en toe wat verhoging. Hoe onschuldig sommige van deze kleine kwaaltjes ook zijn, een ziek kind kan je als moeder behoorlijk ongerust maken; je twijfelt of je het wel allemaal goed doet. Geef je borstvoeding, dan is het een troost dat je daarmee voor je kind meer kan doen dan beddengoed verschonen of zijn neusje schoonpoetsen; het lijfelijk contact, de antistoffen en de direct beschikbare energie in borstvoeding zorgen ervoor dat je kind zo snel mogelijk beter wordt.
Verkoudheid
Je baby heeft nog weinig weerstand tegen infecties. Hij kan dan ook snel verkouden raken. Wanneer je baby verkouden is kan dit tijdens het voeden moeilijkheden geven. Je baby zal niet zo makkelijk met een verstopte neus kunnen drinken. Het neusje voor de voeding schoonmaken zal vaak al helpen. Dit kun je doen met een vochtig gaasje of watje; draai er een puntje aan maak vervolgens het neusgat met een draaiende beweging schoon. Gebruik je wattenstaafjes, let er dan op dat je het vuil niet het neusje induwt. Snotslurpers, die je bij de drogist kunt krijgen, zijn voor kleine baby'tjes vaak nog te groot. In plaats daarvan kun je een 1 ml spuitje gebruiken, wat een stuk secuurder werkt. Het is zo klein, dat je het heel precies bij het neusgat kunt zetten en zo het snot verwijderen. Is je baby erg verkouden, dan kun je in overleg met de verloskundige/huisarts wat neusdruppeltjes geven voordat je gaat voeden. In plaats van neusdruppels kun je ook wat afgekolfde moedermelk gebruiken.
Andere maatregelen om het voeden gemakkelijker te maken:
• Houd je baby rechtop of richt zijn hoofd voor korte tijd op, voordat je hem de borst aanbiedt, zodat het slijm kan weglopen.
• Geef borstvoeding terwijl je baby rechtop zit.
• Voed in een kamer waar een luchtbevochtiger staat.
• Bied vaak korte voedingen aan.
Oogjes schoonmaken
Als gevolg van een verkoudheid kunnen de traanbuisjes van je baby verstopt raken. Zijn oogjes kunnen dan erg vuil worden en soms, bijvoorbeeld na een nachtje slapen, helemaal dichtgeplakt zitten. Je kunt de oogjes schoonmaken met een gaasje of watje met afgekoeld, gekookt water of een beetje afgekolfde moedermelk. Maak de oogjes van buiten naar binnen schoon en pak steeds een schoon gaasje/watje. Daarna kun je een beetje moedermelk druppelen in de oogjes. Het is handig de oogjes vòòr de voeding schoon te maken.
Bij verstopte traanbuisjes kun je tijdens de voeding met je wijsvinger voorzichtig de binnenste ooghoeken van je baby masseren. Blijven de oogjes toch vuil overleg dan met je huisarts.
Oorpijn
Een complicatie bij verkoudheid is (midden)oorontsteking, meestal veroorzaakt door bacteriën. Je baby heeft koorts en de druk op zijn oren is pijnlijk, vooral als hij ligt. Zuigen zal de druk op zijn oren vergroten. Probeer daarom of je hem zo rechtop mogelijk kunt aanleggen, dat voorkomt druk op zijn oren. Weigert je baby de borst, kolf de voedingen dan af en geef je melk op een andere manier (met een lepeltje of bekertje). Blijf de borst wel aanbieden; zodra hij zich beter voelt, zal hij weer aan de borst willen drinken. Neem bij oorontsteking contact op met je huisarts.
Diarree
Borstgevoede baby's krijgen zelden diarree, maar het kan gebeuren. Veel virussen werken ook op de ingewanden. Heeft je baby twaalf tot zestien poepluiers op een dag, stinkt de ontlasting erg en heeft hij verhoging of koorts, dan heeft hij waarschijnlijk diarree. Meestal knapt hij binnen drie tot vijf dagen wel weer op, maar bij jonge baby's kan het langer duren. Bij diarree verliest je baby veel vocht. Het is daarom belangrijk te zorgen dat je baby voldoende vocht binnenkrijgt om uitdrogen te voorkomen. Verschijnselen als lusteloosheid, slaperigheid, droge mond, minder tranen dan anders, weinig urine, en koorts, kunnen tekenen zijn van uitdroging. Uitdrogen kun je het eenvoudigst voorkomen door je baby vaak aan te leggen.
Overgeven
De meeste (jonge) baby's geven na de voeding wat melk terug: een mondje terug. Dat is niets om je zorgen over te maken. Gaat je baby echter plotseling veel meer teruggeven, ruikt het zuur, en maakt hij een zieke indruk, dan is het geen mondje terug meer, maar overgeven of spugen. Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar ook nu kun je gewoon doorgaan met borstvoeding geven. Moedermelk verteert zo snel, dat zelfs een baby die overgeeft, iets van de voedingsstoffen en het vocht heeft opgenomen voordat het er weer uitkomt. De antistoffen zullen hem bovendien helpen beter te worden. Heeft hij tijdens zijn ziekte minstens twee à drie natte luiers per dag, dan bestaat er geen gevaar voor uitdroging.
Als zijn maag erg van streek is, kun je proberen hem vaak kleine beetjes te laten drinken. De kans is dan kleiner dat hij alles weer uitspuugt. Als dit een paar uur goed gaat, kun je je baby per voeding weer iets meer laten drinken. Als zelfs kleine porties worden uitgespuugd, moet je de arts waarschuwen en bedacht zijn op uitdrogen.
Het kan zijn dat je baby juist graag lang bij je wil drinken; hij voelt zich immers niet lekker en zoekt troost en verlichting voor zijn ongemak. Het inkorten van de voedingen kan hem dan juist overstuur maken, waardoor je baby weer gemakkelijker spuugt. In dat geval kun je je baby zo rechtop mogelijk voeden, en hem na de voeding ook een tijd rechtop houden. Zorg dat je omringd bent met handdoeken, katoenen luiers en natte washandjes om de rommel snel en gemakkelijk op te ruimen. Voed je op bed, leg dan een of meer (bad)handdoeken op elkaar zodat je beddengoed in ieder geval schoon blijft. Doe je baby een paar slabben over elkaar aan. Laat rompertjes en pakjes uit één stuk een paar dagen in de kast liggen. Spuugt je baby zijn kleertjes eronder, dan hoef je hem misschien niet helemaal uit te kleden.
Als je kind ouder is dan een half jaar, kun je ook proberen hem eerst tevreden te stellen met wat ijsschilfers (eventueel ingevroren moedermelk) of theelepeltjes water. Op die manier kun je misschien de voeding een tijdje uitstellen, zodat zijn maagje de kans krijgt wat tot rust te komen. Lukt het niet, geef hem dan een bijna lege borst: de troost van het aan de borst liggen en kunnen drinken is voor een ziek kind heel belangrijk. Kreeg je baby al vast voedsel, dan kan hij dat nu beter niet krijgen. Als hij er al zin in heeft.
Zelfzorg
Als je kind ziek is, wordt er een flink beroep op je gedaan. Je bent meer energie kwijt omdat je je zorgen maakt, en misschien heb je zelf ook last van de ziekte waar je kind last van heeft. Zorg daarom goed voor jezelf. Eet, maar vooral: drink voldoende. Ben je niet lekker en kun je niet eten, bedenk dan dat jouw lichaam je kind voorrang zal geven. Meestal ben je zelf binnen een paar dagen weer opgeknapt, en kun je de schade weer inhalen.
Als je baby doordat hij ziek is minder bij je drinkt, wees dan alert op harde plekken in je borst. Je kunt eventueel afkolven op de tijden dat je baby anders goed doorgedronken zou hebben. Zo blijft je melkproductie op peil en voorkom je een borstontsteking.
Besmetting
Als je zelf verkouden bent, hoef je niet bang te zijn dat je je baby via de borstvoeding besmet. De meeste besmettelijke ziekten worden overgebracht via huidcontact en waterdruppeltjes (bijv. via niezen). Ben jij ziek, dan heb je waarschijnlijk je baby al daags daarvoor besmet. Word je baby niet ziek, ook al ben jij het wel, dan betekent het dat hij via jouw melk optimaal beschermd is. Wordt hij wel ziek, dan zal hij baat hebben bij alle specifieke antistoffen die jij hem geeft en bij de geborgenheid en troost aan de borst, en snel beter worden.