Soms komt je baby opeens veel vaker voor een voeding. Net nadat hij in slaap is gevallen, is hij alweer wakker: zijn handjes zwaaien door de lucht, hij sabbelt op zijn vuistje en is op zoek naar eten.
Zo’n toename van het aantal voedingen van tijd tot tijd is heel normaal. Vaker voeden zorgt ervoor dat er meer melk wordt aangemaakt en kennelijk heeft je baby dat nodig. Dagen waarop je baby zich tijdelijk vaker meldt voor een voeding, worden regeldagen genoemd.
Tijdens de regeldagen worden vraag en aanbod opnieuw op elkaar afgestemd. Meestal valt de vraag van je baby naar meer voedingen samen met een groeispurt. Je baby groeit, heeft behoefte aan een grotere hoeveelheid moedermelk en regelt dat zelf door vaker te gaan drinken. Dit is normaal gedrag van je baby. Er is geen sprake van een verstoorde melkproductie.
Zo’n groeispurt kan zo rond de tweede levensweek van je kind, rond de zesde week en rond de derde maand gebeuren, maar ook op andere momenten. Door in te gaan op de behoefte van je kind aan extra voedingen duurt het niet lang voor je melkproductie toeneemt.
Na de eerste 2-3 maanden kan het voorkomen dat je baby zich vaker meldt om een andere reden dan een groeispurt. Je baby slaapt misschien wat minder overdag en gaat meer belangstelling krijgen voor de wereld om hem heen. Misschien heeft hij behoefte aan meer gezelschap en actie. Je kunt hem bij je in de huiskamer nemen, te midden van het gezin. Dan kan hij alles zien wat er gebeurt en zich vrij bewegen. Hij houdt vast van het praten en het komen en gaan van mensen, van muziek en beweging. Naarmate hij ouder wordt, gaat hij steeds meer genieten van verandering en afleiding. Door zijn toegenomen belangstelling voor de wereld om zich heen, kunnen de voedingen wat onrustiger verlopen of heeft je baby na het stillen van de ergste honger, geen aandacht meer voor de borst. Niet lang daarna zal hij zich dan opnieuw melden. Het kan helpen als je op voedingsmomenten juist een rustige ruimte op zoekt.
Sommige moeders denken dat ze te weinig melk hebben, terwijl dat eigenlijk niet zo is. De redenen die leiden tot twijfel, hebben vaak een andere oorzaak. Er is nogal wat variatie in groeipatronen bij borstgevoede baby’s en als je baby voldoende plasluiers en ontlasting heeft, is er meestal niet veel reden tot zorg.