Nieuwe inzichten rond vitamine D in moedermelk
30 mei 2022Je melk laten toeschieten als je gaat afkolven of voeden
30 mei 2022Het wegen en meten van je baby lijkt een ontzettend belangrijke zaak. Bij ieder bezoek aan het consultatiebureau of aan Kind en Gezin is het weer met spanning afwachten. Hoe is de groei van mijn kindje? Soms is dat wel duidelijk te zien aan de spekrolletjes of de grotere kledingmaat. In andere gevallen is het minder duidelijk. Maar wat is goede groei eigenlijk en hoe wordt dat bepaald?
Groeicurven
Op het consultatiebureau wordt je kindje gewogen en wordt zijn lichaamslengte en hoofdomtrek gemeten. Deze gegevens worden genoteerd in een groeicurve. Die groeicurve geeft aan hoe jouw kindje groeit ten opzichte van andere kinderen.
Wereldgezondheidsorganisatie
De groeicurven voor kinderen wereldwijd zijn vastgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Klik hier voor de curven van baby’s van 0-2 jaar. Deze curven geven weer hoe baby’s groeien onder optimale omstandigheden. Dat betekent dat alleen gegevens zijn gebruikt van baby’s waarvan de moeders niet gerookt hebben in de zwangerschap en na de geboorte, minstens vier maanden (exclusief of voornamelijk) borstvoeding kregen, vanaf zes maanden pas bijvoeding kregen en tot twaalf maanden gedeeltelijk borstvoeding hebben gehad. Ook moesten de kinderen de gebruikelijke gezondheidsprogramma’s volgen, bijvoorbeeld voor vaccinaties. Gegevens van tweelingen en kinderen met ziekten werden niet gebruikt in deze studie. De groeicurven van de WHO zijn van toepassing op alle baby’s. Het is dus niet van belang tot welke etnische groep een baby behoort. In landen waar de mensen vaak groot zijn, zullen de meeste kinderen een wat hogere curve volgen. In regio’s met vooral kleine mensen zullen de meeste baby’s de lagere curven volgen. De positie op de curven is niet van belang. Belangrijk is hoe de curve van een individueel kind verloopt.
Nederland en Vlaanderen
De consultatiebureaus van Nederland en Vlaanderen gebruiken andere curven dan die van de WHO. Zij gebruiken curven gebaseerd op de gegevens van een gemengde groep kinderen die borstvoeding, kunstvoeding of allebei kregen. De groeicurven van baby’s die kunstvoeding krijgen stijgen in de eerste drie maanden veel langzamer dan de curven van baby’s die borstvoeding krijgen. Daarna beginnen kunstgevoede baby’s juist harder te groeien dan borstgevoede baby’s. In tegenstelling tot de WHO-groeicurven die duidelijk afvlakken, blijven de gemengde groeicurven ook na enkele maanden ongeveer evenveel stijgen.
Op deze gemengde groeicurven lijken borstgevoede baby’s in de eerste maanden meer dan gemiddeld bij te komen. Terwijl ze eigenlijk een normaal groeipatroon hebben. Omdat men tegenwoordig erg bang is voor overgewicht, krijgen moeders nogal eens het onterechte advies hun baby minder vaak te voeden. Borstgevoede baby’s die de gemengde groeicurven tijdens de eerste maanden redelijk goed volgen, groeien eigenlijk te weinig. Dit valt echter niet op door het gebruik van deze – in de eerste maanden te vlakke groeicurven. Daarom wordt niet naar de oorzaak van de iets te trage groei gezocht. En wordt er niet op tijd ingegrepen (bijvoorbeeld door de baby vaker aan te leggen of door zijn drinktechniek te verbeteren).
Als deze baby’s ouder worden kunnen ze alsmaar slechter de gemengde groeicurven volgen. Wanneer de minder goede groei dan opvalt, lijkt de situatie plots heel ernstig omdat de gemengde curven dan al te weinig afvlakken. Het ingrijpen is uiteraard op een later tijdstip veel minder succesvol. De melkproductie laat zich dan niet meer zo gemakkelijk verhogen. En een verbetering van de drinktechniek van de baby is meestal niet meer mogelijk. Spijtig genoeg blijven borstgevoede baby’s die volgens de gemengde groeicurven niet voldoende groeien, soms zelfs onopgemerkt. Sommige mensen hebben nog altijd de gewoonte om een lage gewichtstoename bij borstvoeding goed te praten.
Geboortegewicht
Soms worden baby’s met een vals-hoog gewicht geboren. Door de omstandigheden in de baarmoeder tijdens de laatste weken van de zwangerschap (bijvoorbeeld zwangerschapsdiabetes), kan de baby meer suikers dan normaal aangevoerd krijgen via de navelstreng. Hierdoor groeit hij extra hard. Mogelijk maakt de baby deze overmatige groei na de geboorte weer goed door iets minder hard te groeien. Daarnaast kan het gebruik van een infuus tijdens de bevalling ervoor zorgen dat een baby veel vocht vasthoudt. Dit overtollige vocht verliest de baby meestal tijdens de eerste 24 uur na de geboorte. Het geboortegewicht is daardoor eigenlijk geen goed startpunt om gewichtstoename of -afname in te schatten. Dit wordt ook een “vals hoog geboortegewicht”genoemd. Rekenen met het gewicht van een baby 24 uur na de geboorte is dan betrouwbaarder.
Gemiddelden
Soms kijkt men minder naar groeicurven, maar meer naar een gemiddelde gewichtstoename per week. Voor verschillende leeftijden zijn er aparte gemiddelden. Baby’s groeien immers in het begin heel hard. Naarmate ze ouder worden, vertraagt de groei.
maand 1 en 2 – 180 – 320 gram per week
maand 3 en 4 – 125 – 185 gram per week
maand 5 en 6 – 80 – 125 gram per week
maand 7 t/m 12 – 50 – 80 gram per week
Toch moet men zeer voorzichtig zijn met deze cijfers. Wat voor een klein meisje een goede gewichtstoename is, is voor een grote jongen veel te weinig. Als een jongen die met hoog geboortegewicht geboren werd tijdens de eerste twee maanden per week 200 gram aankomt, is dit volgens de gemiddelden in orde. In werkelijkheid komt hij veel te weinig aan. Om zijn curve te blijven volgen, zou hij rond de 320 gram per week moeten groeien. De groei van je kindje is maar een onderdeel van de algehele ontwikkeling van je baby. Andere onderdelen, zoals alert zijn, contact maken, omrollen enzovoort horen daar ook bij. Je kunt dus niet enkel aan een gemiddeld gewicht per week beoordelen of het goed gaat met je kindje.
Sterke groei
De harde groei heeft normaal niets met het aantal voedingen te maken. Minder vaak aanleggen is dus geen goed advies. Misschien gaat het om een inhaalmanoeuvre omdat de baby aan het einde van de zwangerschap in de baarmoeder niet meer voldoende kon groeien. Indien je baby heel hard blijft groeien maar gelukkig en tevreden is, dan hoef je normaal gesproken niet bezorgd te zijn. Af en toe kan het wel gebeuren, dat een baby in een vicieuze cirkel terechtkomt en meer melk drinkt dan goed voor hem is. Drinken aan de borst is rustgevend en pijnstillend. Als een baby vaak een ongemakje heeft, dan kan het gebeuren dat hij heel vaak om de borst vraagt en zo de melkproductie sterk verhoogt. Vaak aan de borst drinken is op zich heel goed. Maar als een baby vaak moeilijk te troosten is, dan is het beter om de melkproductie op zijn behoeften af te stemmen. Als je denkt dat je te veel melk hebt, dan kan je contact opnemen met een LLL-leidster. Meer informatie over dit thema vind je in de brochure ‘te veel of te weinig melk’.
Trage groei
Bij een lage gewichtstoename is het belangrijk om na te gaan of een baby voldoende melk drinkt. Acht tot twaalf voedingen per 24 uur zijn normaal, dus de ene baby zal met acht voedingen genoeg hebben, maar een andere baby niet. Normaal gezien is voeden op vraag een heel goed idee. Maar er zijn baby’s die niet voldoende vaak uit zichzelf om een voeding vragen. Het zijn de schijnbaar gemakkelijke baby’s, die rustig uren aan een stuk in hun bedje kunnen slapen. Zo’n rustige baby heeft meestal wat meer stimulans nodig. Andere redenen waardoor baby’s te weinig melk drinken kunnen zijn: een slechte drinktechniek, gebruik van een tepelhoedje of fopspeen, weinig of geen nachtvoedingen, of het gebruik van hormonale anticonceptiva die de melkproductie kunnen doen afnemen.
Soms hebben hormonale anticonceptiva een lichte invloed op de samenstelling van de melk. Als je de pil of minipil neemt en je baby – ook al lijkt hij voldoende melk binnen te krijgen – niet meer zo goed groeit, dan kun je overwegen om (tijdelijk) een niet-hormonaal voorbehoedsmiddel te gebruiken. Als de pil de oorzaak was, zal je baby snel weer harder groeien. Als je twijfels hebt of je baby wel voldoende drinkt, dan kan je best contact opnemen met een LLL-leidster, een lactatiekundige IBCLC of een vroedvrouw/verloskundige. In sommige gevallen betekent de trage groei gewoon een correctie. Een baby werd wat groter geboren, maar daalt de eerste twee tot drie weken naar een lagere curve. Als hij daarna deze nieuwe curve goed blijft volgen is er geen probleem.
Schommelingen
Groeicurven zijn statistische gegevens van heel veel baby’s. Alleen de som van alle baby’s geeft mooie regelmatige curven. Een individuele baby mag gerust eens wat harder of wat minder hard groeien. Bij de lengtegroei zie je zelfs heel vaak van die kleine tussengroeispurtjes. Schommelingen zijn dus normaal, maar te grote afwijkingen zijn niet de bedoeling. Als je onzeker bent en niet weet of de groei van je baby goed verloopt, dan kun je altijd contact opnemen met je arts of met een LLL-leidster.
De kleine dikke en de lange dunne baby
Baby’s komen in alle maten en gewichten. Er is niets mis met een lange maar slanke baby. Zoals er ook niets mis is met een kleine, dikke baby. Bij baby’s die over een langere periode te weinig melk drinken zal ook de lengtegroei vertragen. ‘Klein en fijn’ is dus niet altijd genetisch bepaald en het kan niet altijd als geruststellend gezien worden als lengte en gewicht overeenstemmen.
Vroeger vond iedereen dikke baby’s geweldig. Hoe meer spekrolletjes hoe beter. Vandaag de dag is dat veranderd. Heel veel mensen zijn bang voor overgewicht en sommigen willen kleine baby’s al op dieet zetten. Zolang je baby nog uitsluitend borstvoeding krijgt hoef je niet bezorgd zijn over zijn ‘slanke lijn’. De meeste ‘Michelinmannetjes’ verliezen al een deel van hun spekrolletjes ergens in de tweede helft van het eerste jaar als ze meer vaste voeding eten. Groenten en fruit hebben immers veel minder calorieën dan melk. Ook als ze mobieler worden, komen vele baby’s niet meer zo veel aan. Blijft een baby ook na het introduceren van de vaste voeding heel veel aankomen, dan kan het zinvol zijn naar de soort vaste voeding te kijken die hij eet. Misschien bevat de vaste voeding een beetje te veel suikers en vetten. Baby’s hebben suikers en vetten nodig, maar niet het soort dat zit in suikerrijke of vette tussendoortjes.
Hoe vaak wegen?
Hoe jonger je baby is, des te vaker wordt er meestal gewogen. Bij een pasgeboren baby is het soms zinvol dagelijks te wegen. Als de groei de eerste dagen goed verloopt, is wegen om de twee weken voldoende. Later worden baby’s meestal om de één of twee maanden gewogen. Als er twijfels zijn, dan kan vaker wegen nuttig zijn. Maatregelen om de melkproductie te verhogen hebben wat tijd nodig. Tussentijds wegen is dan niet zinvol, en kan zelfs nodeloos ongerust maken. Voor en na een voeding wegen om te controleren hoeveel melk de baby drinkt, is meestal niet zinvol. Een baby drinkt niet bij iedere voeding evenveel. Is het toch nodig, dan is het wel belangrijk dat de baby gedurende meerdere voedingen – bijvoorbeeld 24 tot 48 uur lang – voor en na de voeding gewogen wordt.
Waarom zo veel aandacht voor de groei?
Uiteraard is het belangrijk om altijd naar de hele baby te kijken. De groei is maar één factor van de ontwikkeling van baby’s. Ook zijn gedrag en de vaardigheden die hij al onder de knie heeft zijn belangrijke factoren. Maakt de baby een tevreden indruk? Is hij alert als hij wakker is? Als deze vragen met ‘ja’ te beantwoorden zijn dan is dat natuurlijk goed. Toch zegt het niet altijd dat een baby voldoende melk drinkt. Sommige baby’s lijken juist door te weinig voeding rustig en tevreden. Zelfs bij alerte en vrolijke baby’s is het niet automatisch zeker dat ze voldoende melk binnenkrijgen.
Wil je de gewichtstoename van je baby in het oog houden, dan kun je links naar de groeicurven van de WHO gebruiken. Heb je vragen over het gebruik van de curven of ben je bezorgd omdat je baby van zijn curve afwijkt, dan kan je altijd contact opnemen met een LLL-leidster om de situatie grondig te bespreken. Misschien zal zij je snel kunnen gerust stellen. Indien er toch iets aan de hand lijkt te zijn kunnen jullie samen op zoek gaan naar mogelijke oorzaken gaan.
In onze brochure Groeicurven lees je meer over de verschillende groeicurven. Er wordt informatie gegeven over hoe de groeicurven gemaakt zijn. Wat het verschil is tussen de WHO-curve en de TNO-curve. En hoe je de groeicurve kunt gebruiken.