Groeicurven 0-2 jaar volgens WHO

Wil je de gewichtsontwikkeling van je baby in de gaten houden, dan kun je gebruik maken van onderstaande links naar de percentielen-curven van de WHO. Heb je vragen over het gebruik van de curven of ben je bezorgd omdat je baby van zijn curve afwijkt, dan kun je altijd contact opnemen met een LLL-leidster.

Groeicurven

Groeicurven zijn een handig middel om na te gaan of je baby voldoende melk drinkt. De groei maakt deel uit van de algemene ontwikkeling van je baby. Het is niet belangrijk op welke curve je baby staat, het is vooral belangrijk dat hij zijn curve redelijk goed volgt. Daalt of stijgt een baby sterk in de curven, dan is het zinvol zijn gewichtsontwikkeling in de gaten te houden. Gaat het om meer dan een tijdelijke schommeling probeer dan te achterhalen wat de reden hiervan is. Een LLL-leidster, een lactatiekundige of een arts kunnen je hierbij helpen.

Het geboortegewicht 

Het geboortegewicht van de baby wordt door verschillende factoren beïnvloed, zoals de omstandigheden in de baarmoeder in de weken voor de geboorte, de bevalling en vooral de medicatie die eventueel tijdens de bevalling toegediend werd. Een correctie van het gewicht, dus een sprong in de curven, in de eerste twee levensweken komt wel vaker voor. Een gezonde baby, die op vraag gevoed wordt en dus minstens 8 tot 12 voedingen per 24 uur krijgt zal daarna zijn curve meer of minder goed volgen.

Erg grote gewichtstoename

Bij een erg grote gewichtstoename hoef je niet direct aan overvoeden te denken. Dit is onwaarschijnlijk bij een baby die uitsluitend borstvoeding krijgt. Misschien gaat het om een inhaalmanoeuvre omdat je baby aan het einde van de zwangerschap in de baarmoeder niet meer voldoende kon groeien.

Soms kan het wel gebeuren dat een baby in een vicieuze cirkel terecht komt en meer melk drinkt dan hij nodig heeft. Drinken aan de borst is rustgevend en pijnstillend. Heeft een baby vaak een ongemakje, dan kan het gebeuren dat hij door heel vaak om de borst te vragen, de melkproductie sterk verhoogt. Door de grote hoeveelheden melk krijgt hij nog meer last en vraagt hij misschien nog vaker om de borst. Vaak aan de borst drinken is op zich heel normaal, maar als je baby erg onrustig is en je hem maar moeilijk kunt troosten, dan kun je de situatie eens bespreken met een LLL-leidster. Zij kan je helpen de melkproductie beter op je baby af te stemmen.

Groeit je baby heel hard en is hij voor de rest gelukkig en tevreden, dan hoef je je geen zorgen te maken. Alleen als hij een heel stuk boven de P97 (Percentiel 97) zit, kun je dit eens met een arts bespreken. Waarschijnlijk zal hij je geruststellen en heb je gewoon een stevige baby. Alleen in zeldzame gevallen kan nader onderzoek nodig zijn.

Een lage gewichtstoename

Bij een lage gewichtstoename is het belangrijk na te gaan of de baby voldoende melk krijgt. Acht tot twaalf voedingen per 24 uur zijn normaal, dus de ene baby zal genoeg hebben aan acht voedingen, terwijl een andere baby er meer nodig heeft. Normaal is voeden op vraag een heel goed idee, maar er zijn baby’s die niet vaak genoeg uit zichzelf om een voeding vragen. Het zijn de schijnbaar gemakkelijke baby’s, die rustig uren aan een stuk in hun bedje kunnen slapen. Zo’n rustige baby heeft meestal wat meer stimulans nodig. Andere reden voor het drinken van te weinig melk kunnen zijn: een slechte drinktechniek, het gebruik van een fopspeen of het drinken via een tepelhoedje. Als je twijfelt over de drinktechniek van je baby, aarzel dan niet om contact op te nemen met een ervaren verloskundige of een lactatiekundige.

Een LLL-leidster kan tips geven hoe je je baby meer kunt stimuleren en hoe je de melkproductie kunt verhogen.
Een kleine groeier die zijn curve goed volgt is waarschijnlijk perfect gezond. Zit je baby echter onder de P3 curve, dan kan het nodig zijn dit met een arts te bespreken. Waarschijnlijk zal hij je gerust stellen maar soms is verder onderzoek nodig.

In 2006 heeft de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) nieuwe groeicurven gepubliceerd. Deze curven zijn gebaseerd op de groeicijfers van meer dan 8000 baby’s uit verschillende landen die borstvoeding kregen. Ze zijn van toepassing op alle baby’s, dus het maakt niet uit tot welke etnische groep een baby hoort. In landen waar de mensen groter zijn, zullen de meeste baby’s en wat hogere curve volgen. In regio’s met kleinere mensen zullen de meeste baby’s de lagere curven volgen. Normaal groeien baby’s in de eerste 2 levensmaanden heel hard en vlakt de curve naarmate ze ouder worden geleidelijk af.

In onze brochure Groeicurven lees je meer over de verschillende groeicurven. Er wordt informatie gegeven over hoe de groeicurven gemaakt zijn. Wat het verschil is tussen de WHO-curve en de TNO-curve. En hoe je de groeicurve kunt gebruiken.