Groei – te hard
30 mei 2022Energiebelasting en voordelen borstvoeding voor lichaam van moeder
30 mei 2022Een baby wordt geboren met een onvolgroeid afweersysteem. Een belangrijke functie van moedermelk is het ondersteunen van de afweer van de baby. Door het krijgen van borstvoeding ontwikkelt een kind bovendien een sterker eigen immuunsysteem, ook op de langere termijn.
Darmflora
Ieder mens draagt verschillende typen bacteriën bij zich in en op het lichaam. Deze bacteriën zijn nodig voor het normale leven. Alleen al in de darmen draagt een volwassene ongeveer een kilogram bacteriën bij zich. Een baby is bij de geboorte steriel en zal in de eerste periode gekoloniseerd worden door de bacteriën uit zijn omgeving. Dat wil zeggen dat bacteriën zich vestigen op de huid, in de darmen, mondholte, neusholte en bovenste luchtwegen. Het veiligst is het als deze bacteriën afkomstig zijn van de moeder, omdat zij ook de afweer tegen deze bacteriën meegeeft via haar melk.
De normale bacteriële flora helpt in de bescherming tegen andere, mogelijk schadelijke, bacteriën. Zij concurreren met elkaar om voedsel en ruimte. Het zijn voornamelijk de bacteriën in de darm van de baby die een belangrijke stimulans zijn voor de normale groei en ontwikkeling van het immuunsysteem van de baby.
Het immuunsysteem
Ieder mens wordt op verschillende manieren beschermd tegen indringers. De eerste fase in de bescherming is alle mogelijke ziekteverwekkers buiten houden en dan met name buiten de longen, de bloedbaan en de weefsels. De Latijnse term ‘immunis’ verwijst hiernaar, het betekent ‘vrijgesteld’. Het immuunsysteem is een complex systeem. Grofweg wordt het ingedeeld in het a-specifieke deel en het specifieke immuunsysteem.
A-specifiek immuunsysteem
De huid, de eigen microflora (bacteriën op huid en slijmvliezen), de slijmlaag in darmen en luchtwegen, de zuurgraad van de maag en vagina, hoesten en de darmbewegingen maken deel uit van het a-specifieke immuunsysteem. Ze houden ziekteverwekkers buiten, zonder onderscheid te maken: ze zijn a-specifiek. In bloed en weefsels bevinden zich bovendien fagocyterende cellen. Deze cellen slokken ziekteverwekkers in hun geheel op en breken ze af.
Specifiek immuunsysteem
Dit is een systeem dat op elke specifieke ziekteverwekker een passende afweerreactie heeft, of gaat maken. Het lichaam herkent ziekteverwekkers aan de eiwitstructuur, het zogenaamde antigeen. Dit is een klein stukje van de ziekteverwekker.
Kind en immuunsysteem
Het immuunsysteem is niet ‘af’ bij geboorte. Een deel van de fysieke barrière is direct aanwezig, namelijk huid en slijmvliezen. De darmen echter zijn nog open van structuur, waardoor ziektekiemen gemakkelijk kunnen doordringen tot in de bloedbaan. Het ophoesten en de zuurtegraad van de maag zijn niet toereikend tot het kind ouder is. De aanmaak van antistoffen is nog niet volledig.
Het is van belang dat het immuunsysteem van een baby met verschillende soorten ziekteverwekkers in aanraking komt en ze zo leert herkennen. Het immuunsysteem groeit door blootstelling aan ziektekiemen.
Ook als een ziekteverwekker in de darm blijft en niet in het bloed komt, ontwikkelt een baby geheugencellen tegen deze ziektekiem. Driekwart van het immuunsysteem bevindt zich in de darmen. Daar kunnen (restanten van) ziekteverwekkers worden opgepikt door immuuncellen.
Bescherming via de moedermelk
Moedermelk bevat verschillende stoffen die ziekteverwekkers aanvallen. Voor een jonge baby is het erg belangrijk dat ontstekingsreacties worden voorkomen. Ontstekingsreacties gaan gepaard met koorts, zwelling en een verminderde eetlust. De enorme hoeveelheid energie die dit kost, kan de baby dan niet besteden aan groei.
Ontstekingsreacties vinden vooral plaats als ziekteverwekkers de bloedbaan bereiken of de weefsels infecteren. Om dit te voorkomen legt moedermelk een beschermend laagje over de darmwand en stimuleert het de rijping van de darmwand. Borstvoeding beïnvloedt bovendien de samenstelling van de darmflora. Een gezonde darmflora is van groot belang voor de gezondheid. Daarnaast helpt moedermelk het immuunsysteem groeien, lichaamsvreemde eiwitten te leren onderscheiden en hierop een passende reactie te ontwikkelen.
De aanval op ziekteverwekkers
Antistoffen
Verschillende stoffen in moedermelk vallen ziekteverwekkers aan die zich in de darmen bevinden. De bekendste en belangrijkste zijn de antistoffen (Immunoglobuline A oftewel IgA). Deze antistoffen zijn van een ander type dan de antistoffen die een baby uit de baarmoeder meekrijgt (IgG). De antistoffen in moedermelk zijn vooral in de darmen en op de slijmvliezen actief, terwijl de antistoffen die een baby uit de baarmoeder meekrijgt (IgG) in actie komen als ziekteverwekkers in het bloed en in de weefsels terechtkomen. Antistoffen uit moedermelk hechten zich in de darmen aan bacteriën en virussen. Zo wordt voorkomen dat ziekteverwekkers doordringen tot in het bloed en worden ontstekingsreacties voorkomen. De antistoffen uit moedermelk zijn aangepast aan een reeks verschillende ziekteverwekkers, namelijk alle waarmee de moeder ooit in aanraking is geweest of komt. Antistoffen neutraliseren ook gifstoffen die bepaalde ziekteverwekkers uitscheiden.
Lactoferrine en lysozym
Borstvoeding bevat lactoferrine, een ijzerbindend eiwit. Het helpt ijzer uit moedermelk goed op te nemen en vermindert op deze manier de hoeveelheid ijzer in de darm. Een ijzerrijke omgeving is gunstig voor schadelijke bacteriën. Lactoferrine speelt ook een rol in het bestrijden van ziekteverwekkers. Het verzwakt de celwanden van schadelijke bacteriën, waarna lysozym, een ander eiwit dat in borstvoeding zit, de bacterie vernietigt. Lactoferrine lijkt de groei van bepaalde gunstige bacteriestammen te stimuleren. Ook remt lactoferrine de productie van ontstekingsbevorderende boodschapperstoffen, waardoor er minder risico is op een ontstekingsreactie.
Witte bloedcellen
Moedermelk bevat veel levende witte bloedcellen. Het zijn cellen die ziekteverwekkers ‘opslokken’ en zo vernietigen. De bescherming van het borstklierweefsel is waarschijnlijk de belangrijkste functie van deze cellen. De opname van immuuncellen van de moeder zorgt er echter voor dat het kind de weefsels van de moeder leert kennen als lichaamseigen: een borstgevoed kind zal hierdoor een donornier van de moeder beter accepteren dan van de vader.
Vetzuren en lange suikerketens
Moedermelk bevat vetten die door enzymen in het verteringskanaal van de baby worden afgebroken tot vetzuren. Deze vetzuren remmen de groei van verschillende ziekteverwekkers. Moedermelk bevat ook meer dan 90 verschillende soorten lange suikerketens. Deze hechten zich aan de ziekteverwekker, die daardoor verhinderd wordt in de bloedbaan door te dringen.
Groei van het immuunsysteem
Thymus
Immuuncellen moeten leren wat hun taak is en een geheugen opbouwen waardoor infecties snel herkend en bestreden kunnen worden. Dit ‘rijpen’ van immuuncellen gebeurt in de thymus of zwezerik, een orgaan dat zich boven op het hart bevindt. De thymus van niet-borstgevoede kinderen is tweemaal zo klein als die van kinderen die borstvoeding krijgen. Een grotere thymus betekent meer immuuncellen en een beter functionerend immuunsysteem. In ontwikkelingslanden hangt de overlevingskans van een baby rechtstreeks samen met de grootte van de thymus.
Vaccin van de natuur
Moedermelk bevat een soort kopieën van stukjes ziekteverwekker (anti-idiotype antilichamen). Zoals een vaccin een ongevaarlijk deel is van een ziekteverwekker, is dit stofje een ongevaarlijke kopie en dit zet het lichaam aan tot het maken van geheugencellen gericht tegen een specifieke ziekteverwekker.
Dat borstgevoede baby’s een optimale immuunrespons vertonen na een inenting, heeft vermoedelijk te maken met deze anti-idiotype antilichamen in moedermelk.
Nucleotiden en gunstige bacteriën
Nucleotiden zijn de bouwstenen van het DNA (genen) en bevinden zich in elke cel van het lichaam. Het groeiende immuunsysteem van het jonge kind heeft veel nucleotiden nodig. Moedermelk bevat deze in ruime mate. Borstvoeding beïnvloedt de bacteriesamenstelling
(microflora of darmflora) in de darm van de baby. De groei van onschadelijke bacteriën wordt gestimuleerd, groei van mogelijke ziekteverwekkers afgeremd. Daarnaast bevat borstvoeding gunstige bacteriën, die zo de darm van het kind kunnen koloniseren.
Van potentieel schadelijke bacteriën dragen baby’s die borstvoeding krijgen een minder gevaarlijke vorm bij zich. Dat wil zeggen dat de bacterie zwakker is en moeilijker de weefsels kan binnendringen. Van een gezonde darmflora heeft een baby zijn leven lang profijt.
Conclusie
Het eerste levensjaar is de meest risicovolle periode in een mensenleven. Borstvoeding heeft zich ontwikkeld om de baby te beschermen middels een reeks ziektebestrijdende en beschermende stoffen. Vrijwel alle eiwitten in moedermelk hebben een immunologische
functie, waardoor de baby beschermd wordt tegen infecties. Naast de passieve immuniteit die een baby zo ontvangt, stimuleert borstvoeding ook de ontwikkeling van de actieve immuniteit onder andere door de groei van de thymus en het leveren van bouwstenen
die het immuunsysteem nodig heeft. Een gezonde darmflora, het evenwicht van verschillende bacteriën in de darm, is een belangrijk onderdeel in de verdediging tegen ziekteverwekkers. Borstvoeding zorgt voor die gezonde darmflora. Zo beschermt borstvoeding een baby, op korte en op langere termijn.
Bron
Hanson, Lars A., M.D, Ph.D. Immunobiology of Human Milk, How Breastfeeding Protects Babies. Pharmasoft Publishing 2004