Kangoeroeën of buidelen
30 mei 2022Borstvoeding in combinatie met een omgangsregeling
30 mei 2022Borstvoeding geven aan je kindje en werken kan soms een uitdaging zijn. Waar heb je recht op en hoe pak je dat nu praktisch aan?In onze brochure 'Borstvoeding en werk' kun je daar al veel over lezen, voornamelijk over de praktische kant. Hieronder vind je letterlijk de toepasselijke wetteksten uit de Arbeidstijdenwet (2007), voor een juridisch kader rondom borstvoeding en werk. Verderop vind je informatie over en de tekst van een veel minder bekend, maar relevant wetsartikel uit het Arbeidsomstandighedenbesluit over de inrichting van je werkzaamheden gedurende je lactatieperiode.
Voedingsrecht
Per werkdag heb je recht op een kwart van je werktijd om af te kolven, je baby op je werk te voeden of je baby elders te voeden. Dit is tijd náást je reguliere pauzes. Dit is doorbetaalde tijd en dit geldt de eerste negen levensmaanden van je baby. Dit blijkt uit artikel 4:8 van de arbeidstijdenwet. Dus als je baby op 1 januari geboren is, heb je hier recht op tot 1 oktober. Daarna heb je het recht om te blijven afkolven, maar in je eigen tijd en je werkgever mag van je verlangen dat je hetzelfde werk doet als voor je zwangerschap.
Artikel 4:5 Arbeidstijdenwet gaat over de werkomstandigheden van zwangere vrouwen, dit artikel geldt ook na de bevalling, totdat de baby 6 maanden oud is, zie artikel 4:7 Arbeidstijdenwet.
Arbeidstijdenwet:
Artikel 4:5
1. De arbeid van een zwangere werknemer wordt zodanig ingericht, dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden. De werkgever voldoet, met inachtneming van het tweede tot en met vijfde lid, aan de voor hem uit de eerste volzin voortvloeiende verplichting binnen een redelijke termijn nadat een verzoek daartoe door de zwangere werknemer is gedaan. Bij dit verzoek wordt desgevraagd een schriftelijke verklaring overgelegd van een geneeskundige of een verloskundige waaruit blijkt, dat de betrokken werknemer zwanger is.
2. De zwangere werknemer heeft het recht de arbeid af te wisselen met één of meer pauzes buiten die bedoeld in artikel 5:4 of de bij of krachtens artikel 5:12 voorgeschreven pauzes. Deze extra pauze onderscheidenlijk pauzes bedragen tezamen ten hoogste één achtste deel van de voor haar geldende arbeidstijd per dienst. De in de vorige volzin bedoelde pauzes gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd.
3. De zwangere werknemer heeft het recht arbeid te verrichten in een bestendig en regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon.
4. De zwangere werknemer van 18 jaar of ouder kan niet worden verplicht meer arbeid te verrichten dan:
a. 10 uren per dienst;
b. gemiddeld 50 uren per week in elke periode van 4 aaneengesloten weken, en
c. gemiddeld 45 uren per week in elke periode van 16 aaneengesloten weken.
5. De zwangere werknemer kan niet verplicht worden arbeid te verrichten in nachtdienst, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.
6. De werkgever stelt de zwangere werknemer in de gelegenheid de noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken te ondergaan. Zij behoudt haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon, indien zij door het bedoelde zwangerschapsonderzoek verhinderd is geweest haar arbeid te verrichten.
7. Elk beding waarbij ten nadele van de zwangere werknemer wordt afgeweken van het eerste tot en met zesde lid, is nietig.
(artikel 4:6 gaat over de duur van het zwangerschapsverlof)
Artikel 4:7
Artikel 4:5, met uitzondering van het zesde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een vrouwelijke werknemer gedurende een periode van 6 maanden na de bevalling.
Artikel 4:8
1. Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.
2. De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.
3. De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.
4. Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.
Geen terugslag in de melkproductie
Daarnaast is er het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 1:42 van dit besluit geeft aan zwangere en lacterende vrouwen nog meer rechten. Het komt erop neer dat een werkgever mede zorg draagt dat de melkproductie niet terugloopt. Het artikel heeft betrekking op de veiligheid en gezondheid van zwangere en borstvoedingsgevende werkneemsters, en lijkt vooral te zien op werkomgevingen waar met gevaarlijke stoffen en dergelijke wordt gewerkt.
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 1:42
1. Onverminderd artikel 4:5 van de Arbeidstijdenwet, organiseert de werkgever de arbeid van een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie zodanig, richt de arbeidsplaats zodanig in, past een zodanige productie- en werkmethode toe en laat zodanige arbeidsmiddelen gebruiken, dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.
2. Indien nakoming van het eerste lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt door een tijdelijke aanpassing van de arbeid of door een tijdelijke aanpassing van de arbeids- en rusttijden voorkomen dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie wordt veroorzaakt, en wordt voorkomen dat een terugslag kan worden veroorzaakt op de zwangerschap of lactatie.
3. Indien nakoming van het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt aan de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk andere arbeid gegeven.
4. Indien nakoming van het derde lid redelijkerwijs niet mogelijk is, worden de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk vrijgesteld van het verrichten van arbeid.;
Ouderschapsverlof
Ook is het voor beide ouders mogelijk om na de geboorte van een kind ouderschapsverlof op te nemen. Meer informatie hierover vind je hier: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verlof-en-vakantie/ouderschapsverlof
Cao
In een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) kunnen aanvullende bepalingen over zwangere werkneemsters en borstvoedinggevende werkneemsters opgenomen worden en ook de ouderschapsregeling kan in een cao worden aangevuld. Je kunt contact opnemen met de afdeling personeelszaken van jouw organisatie om te horen wat er precies in jouw branche geregeld is. Het mag nooit minder zijn dan hetgeen hier boven is opgenomen, dat is in strijd met de wet.
De meeste actuele versies van de wetten zijn te vinden op www.wetten.overheid.nl. Heb je vragen over jouw specifieke situatie, dan kun je contact opnemen met een LLL leidster, je werkgever of een arbeidsrechtspecialist.
januari 2015