Stoppen als je een oudere baby, peuter of kleuter aan de borst hebt
30 mei 2022Borstvoeding tijdens de feestdagen
30 mei 2022Als nieuwbakken ouders kan er nogal wat op je afkomen als je baby in je armen gelegd wordt. Je baby wil maar een paar dingen: liefde, warmte, aangeraakt worden, schone luiers, slapen en natuurlijk eten, vaak eten. Maar hoe kan je nu weten of je baby honger heeft? Je baby communiceert dit op een aantal manieren, oplopend van subtiele hongersignalen tot uiteindelijk een noodsignaal; huilen. Dit artikel kan je helpen het gedrag van je kindje te interpreteren.
Bewustzijnstoestanden
Je baby kan zich in een aantal bewustzijnstoestanden bevinden. Deze hebben betrekking op bewegingen van het lichaam, de ogen, het gezicht, de hartslag en de ademhaling. Ze geven de mate van alertheid of bewustzijn van de baby aan. Traditioneel wordt aangeraden om je baby aan de borst te brengen als hij 'rustig alert' is. Een baby kan echter ook gevoed worden in de actieve/lichte slaap en in de slaperige bewustzijnstoestand.
Reflexen
Je hoeft je baby als hij slaapt en deze signalen geeft niet eens wakker te maken, zijn reflexen stellen hem in staat te drinken. Deze reflexen om te drinken worden wel minder naarmate je kindje dieper slaapt. Bij een pasgeboren baby is het onderscheid tussen verschillende bewustzijnstoestanden minder duidelijk dan bij oudere baby’s. Een moeder die haar baby veel bij zich houdt, zal snel leren wanneer haar baby in welke staat is en hoe zij daar het beste op kan reageren.
Zes bewustzijntoestanden
We onderscheiden de volgende zes bewustzijnstoestanden:
- Diepe/rustige slaap: baby is vast in slaap, volledig ontspannen en moeilijker wakker te krijgen.
- Actieve/lichte slaap: baby is in slaap, maar beweegt zijn lichaam zo nu en dan. Voorloper van de REM-slaap. Actieve slaap kan overgaan in diepe slaap of in slaperige bewustzijnstoestand.
- Slaperig: niet helemaal wakker, maar ook niet meer ontspannen. Soms zie je open ogen zonder focus, ademhaling is wat onregelmatiger.
- Rustig alert: baby is wakker en aandachtig en staat open voor communicatie met anderen.
- Onrustig/actief alert: baby is minder aandachtig en lijkt onrustig of bezorgd. Baby is erg gevoelig voor prikkels en ongemak.
- Huilen: Baby huilt langer dan een minuut, maakt wild zwaaiende bewegingen met armen en benen. Mondje is open en tong is naar achteren.
Hongersignalen
In de fasen 2, 3, en 4 kun je vaak je kindje zonder problemenaan de borst brengen. Als je baby zich vlak bij jou bevindt, zal hij zoekende bewegingen gaan maken. In elk van deze drie toestanden kun je hongersignalen opmerken. Hongersignalen zijn:
- zuigbeweging maken met de lipjes,
- sabbelen op vingers of vuistje,
- meer bewegen van armen en benen,
- draaien van het hoofd van links naar rechts en zoeken met het mondje,
- opengaan van het mondje zodra de lippen worden aangeraakt,
- zuigen op je pink, een fopspeen of duim.
In fase 5 kun je eerst je baby door hem te kalmeren rustiger laten worden. Je kunt je baby wiegen, of liedjes zingen of op andere manieren rustig genoeg krijgen om aan de borst te laten gaan.
Huilen
Huilen, de zesde fase, is eigenlijk geen hongersignaal, maar een alarmsignaal; een teken van stress of ongemak. Dit kan ontstaan als er te lang niet op de hongersignalen (of andere ongemakken) wordt gereageerd, bijvoorbeeld omdat ze worden gemist. Een huilende baby moet enigszins worden gekalmeerd voordat je hem aan de borst brengt. Door het huilen gaat de tong naar achter, terwijl die voor een goede hap over de onderkaak dient te worden gelegd. Vaak is het al genoeg om je baby dicht bij de borst te houden zodat hij wat kalmeert en weet dat hij te eten krijgt.